Ga naar de inhoud van deze pagina.
Voortgangsrapportage 2025-I Raad

Financiën

Financiële toelichting

Deelprogramma 3.1 Werk en inkomen

Primitieve begroting 2025

Actuele begroting 2025

Prognose VGR 25-1

Verwachte afwijking VGR 2025

lasten

321.330

324.908

322.291

2.617

baten

206.875

210.256

210.275

20

Saldo voor reservemutaties

-114.455

-114.652

-112.016

2.636

Reserve mutaties





Totaal toevoegingen

0

0

0

0

Totaal onttrekkingen

3.218

3.218

3.218

0

Totaal deelprogramma 3.1

-111.237

-111.434

-108.798

2.636


Toelichting van het verschil tussen de actuele begroting 2025 en de prognose 2025 (alleen bij verschillen in baten en lasten > 500 duizend euro).

3.1 Werk en inkomen

Lasten

Baten

Studietoeslag

-1.524


Studenten die door een medische beperking niet kunnen werken naast hun studie kunnen studietoeslag aanvragen. Op deze regeling verwachten wij in 2025 een tekort van 1,5 miljoen euro. Dit komt doordat wij een toename verwachten van het aantal verstrekkingen per maand (nadeel 0,75 miljoen euro) en van het gebruik met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 (nadeel 0,75 miljoen euro).



Werk en participatie - uitvoeringskosten

-881


We verwachten hogere personeelskosten werk en participatie als gevolg van ziektevervanging (nadeel 530 duizend euro), overbezetting op formatie (nadeel 150 duizend euro) en diverse overige afwijkingen (nadeel 171 duizend euro). Daarnaast zijn er hogere kosten bedrijfsvoering (nadeel 30 duizend euro).



ESF


-576

Om de begroting 2025 sluitend te maken hebben we een opname uit de ESF-reserve begroot. Op basis van de huidige resultaten is deze reservemutatie niet nodig. We realiseren daardoor 576 duizend euro lagere baten dan begroot.



Bijzondere bijstand

-534

55

De lasten zijn naar verwachting 534 duizend euro hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere uitgaven voor aanvullende bijstand onder de 21 (door toename van het aantal minderjarige asielzoekers) en door een groter beroep op de regelingen witgoed en medisch (mondzorg). Het aantal aanvragen stijgt onder meer doordat we de diverse maatregelen en regelingen beter onder de aandacht van de inwoners hebben gebracht. Voor de regeling Kredietverlening statushouders zien we daarentegen lagere uitgaven als gevolg van de lagere taakstelling.

Doordat we een kleine toename verwachten in de opbrengsten leenbijstand (55 duizend euro) komt het tekort per saldo uit op 479 duizend euro.



Basisbanen

1.900

-927

We verwachten in 2025 een groei naar 182 actieve basisbanen in plaats van het begrote aantal van 240. We hebben daardoor een voordeel van 1,4 miljoen euro in de lasten. Dit bestaat uit lagere loonkosten basisbanen (1,2 miljoen euro) en lagere kosten voor begeleiding (54 duizend euro) en ambtelijke inzet (156 duizend euro). Verder geven overige dekkingsbronnen een voordeel van 494 duizend euro in de lasten en een nadeel van 431 duizend euro in de baten. Dit wordt veroorzaakt doordat het toegekende knelpunt voor het uitblijven van externe bijdragen (baten) is verwerkt als budget aan de lastenkant.

We hebben daarnaast 496 duizend euro lagere baten doordat we minder loonkostensubsidie ontvangen als gevolg van het kleinere aantal basisbanen. In de baten is ten slotte nog een voordeel verwerkt van 60 duizend euro door de ontvangst van subsidie Kansrijke Wijk.



Sociale werkvoorziening

1.304

311

Het voordeel van 1,6 miljoen euro op de sociale werkvoorziening is als volgt opgebouwd:

Extra budget infrastructuur sociale ontwikkelbedrijven (V 499 duizend euro)
Via de meicirculaire 2024 hebben we 997 duizend euro ontvangen ten behoeve van de transitie van het sociaal ontwikkelbedrijf naar de toekomst. Deze middelen zijn toegevoegd aan de begroting 2025. We geven deze in 2025-2026 uit volgens het nog te ontwikkelen plan van aanpak doorontwikkeling iederz. We verwachten de helft te besteden in 2025, het resterende bedrag vormt in 2025 een voordeel ten opzichte van de begroting.
Ambtelijke loonkosten (V 446 duizend euro)

We hebben tijdelijke formatieplaatsen voor begeleidingscapaciteit bij iederz en nieuw beschut niet volledig ingevuld in afwachting van besluiten rondom ingediende knelpunten (voordeel 372 duizend euro). Daarnaast is er lichte onderbezetting op ambtelijke formatie als gevolg van de kleiner wordende doelgroep (voordeel 74 duizend euro).

Personeelskosten SW en Nieuw Beschut (V 341 duizend euro)
We hebben 553 duizend euro lagere loonkosten SW als gevolg van hogere uitstroom (we verwachten 17,4 fte lager uit te komen dan begroot). Op loonkosten Nieuw Beschut verwachten we 212 duizend euro nadeel. Het gemiddeld aantal fte is door gefaseerde instroom weliswaar 5fte lager dan begroot maar hier tegenover staan stijgingen van lonen in 2024 (verhoging WML) en 2025 (verhoging CAO).

Omzet en materiaalkosten SW (V 201 duizend euro)
Bij iederz hebben we hogere omzet, met name door een extra order voor Defensie. Hier staan ook hogere materiaalkosten tegenover. Per saldo bedraagt het voordeel hierdoor 102 duizend euro. Daarnaast hebben we 99 duizend euro hogere detacheringsomzet.

Overig (V 128 duizend euro)
Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 128 duizend euro.



Loonkostensubsidie

823

9

We zetten minder loonkostensubsidie in dan begroot. Dit wordt deels veroorzaakt door een kleiner aantal basisbanen dan begroot (voordeel 496 duizend euro). Daarnaast is de algemene stijging van banen met loonkostensubsidie in 2025 ten opzichte van 2024 kleiner dan we hadden verwacht (op basis van de toename in 2024 ten opzichte van 2023).



BUIG

752

1.253

In 2024 hebben de bijstandsuitgaven in Groningen zich gunstig ontwikkeld ten opzichte van de landelijke uitgaven. Het uitgavenaandeel in 2024 is daardoor lager dan het aandeel waarmee we hebben gerekend in de begroting 2025. De lasten in 2025 vallen daardoor naar verwachting 0,7 miljoen euro lager uit dan begroot. Het lagere uitgavenaandeel is onder meer het gevolg van het werkprogramma in combinatie met de gebiedsgerichte werkwijze.

Daarnaast is het procentuele aandeel van Groningen in het landelijke macrobudget met ingang van 2025 opnieuw gestegen. We realiseren hierdoor 1,3 miljoen euro hogere baten dan begroot.



Schuldhulpverlening - uitvoeringskosten

741

-141

We verwachten 741 duizend euro lagere uitvoeringskosten door vacatureruimte (300 duizend euro) en doordat de middelen voor uitvoering van projecten (zoals Pilot 18- en Schuldenknooppunt) nog niet of ten dele worden ingezet. Daarnaast verwachten we lagere opbrengsten van buitengemeenten door beëindiging van dossiers, door een kleiner aantal aanmeldingen en door inzet op saneringskredieten (waardoor de vergoeding voor schuldbemiddeling terugloopt).



Schuldhulpverlening - incidentele middelen

646


Uw raad heeft voor de periode 2024-2025 in totaal 2,0 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Uitvoeringsplan Schuldhulpverlening 2024-2025. Verschillende acties uit het plan pakken we tot en met 2026 projectmatig op. We verwachten per eind 2025 1,3 miljoen euro te hebben ingezet.



Wet kinderopvang / sociaal medische indicatie

-380


Naar verwachting hebben wij 380 duizend euro hogere lasten dan begroot. Dit is het gevolg van prijsstijgingen in de kinderopvang, langere GGZ-wachtlijsten en langduriger behandeltrajecten.



Overig

-230

36

Overige verschillen tellen op tot een nadeel van 194 duizend euro.