Ga naar de inhoud van deze pagina.
Voortgangsrapportage 2024-I Raad

Financiën

Financiële toelichting

Deelprogramma 3.1 Werk en inkomen Beleidsveld

Primitieve begroting 2024

Actuele begroting 2024

Prognose VGR 24-1

Verwachte afwijking VGR 2024

Lasten

03.1.1 Werk en activering

79.591

81.056

81.577

-521

03.1.2 Inkomen en armoedeverlichting

217.650

217.115

216.703

413

Totaal lasten

297.241

298.172

298.280

-108

Baten

03.1.1 Werk en activering

19.291

19.457

19.130

-327

03.1.2 Inkomen en armoedeverlichting

170.184

170.184

174.588

4.404

Totaal baten

189.475

189.641

193.718

4.077

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

0

0

0

0

Totaal onttrekkingen

5.535

5.535

5.535

0

Totaal deelprogramma 3.1

-102.231

-102.995

-99.027

3.968


Toelichting van het verschil tussen de actuele begroting 2024 en de prognose 2024 (alleen bij verschillen in baten en lasten > 500 duizend euro).

Is de totale afwijking op het deelprogramma niveau > 500 duizend euro, dan worden de afwijkingen op beleidsveldniveau die hieraan ten grondslag liggen toegelicht. Het kan dus zijn dat de onderliggende afwijkingen per beleidsveld lager zijn dan 500 duizend euro, maar per deelprogramma optellen tot > 500 duizend euro.

03.1.1 Werk en activering

Lasten

Baten

Sociale werkvoorziening

  144

  246

Op de Sociale Werkvoorziening (SW) verwachten we een voordeel van 390 duizend euro. Dit is als volgt opgebouwd:

Loonkosten SW en Nieuw Beschut (N 365 duizend euro)

We hebben een nadeel van 125 duizend euro op loonkosten SW. Enerzijds hebben we 567 duizend euro hogere kosten door een loonstijging van 2,25% per 1 juli en door nieuwe CAO afspraken die onder andere hogere reiskostenvergoedingen tot gevolg hebben. (De effecten van de meicirculaire 2024 zijn verwerkt in deze prognose). Anderzijds hebben we een voordeel van 442 duizend euro door een lager aantal fte's en doordat de RVU minder wordt gebruikt.

Op loonkosten Nieuw Beschut hebben we een nadeel van 240 duizend euro. Dit komt doordat de stijging van het WML groter is dan verwacht (nadeel 161 duizend euro), door een hoger aantal fte's als gevolg van een hogere instroom eind 2023 (nadeel 66 duizend euro) en door overige verschillen (13 duizend euro).

Omzet en materiaalkosten SW (N 311 duizend euro)

We hebben een lagere omzet uit detachering (nadeel 164 duizend euro), met name doordat de uitstroom hoger is dan verwacht. Daarnaast hebben we een nadeel van 147 duizend euro op iederz. Weliswaar is de omzet iederz 264 duizend euro hoger dan begroot maar daar tegenover staan ook hogere kosten voor inkoop en materialen (nadeel 411 duizend euro).

Extra budget infrastructuur sociale ontwikkelbedrijven (V 847 duizend euro)

Via de meicirculaire 2024 hebben we 997 duizend euro ontvangen ten behoeve van de transitie van het sociaal ontwikkelbedrijf naar de toekomst. De middelen zijn mede bedoeld ter compensatie van de relatief lage omzet, de verzwaring van de doelgroep en de loonstijging door de in 2023 afgesloten CAO. Van deze middelen zetten we 150 duizend euro in om de basis van het instroomportaal op orde te brengen en zetten we 847 duizend euro in voor dekking van tekorten SW.

Overig (V 219 duizend euro)

Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 219 duizend euro.



Loonkostensubsidie

   -784


De inzet van loonkostensubsidie (LKS) in de gemeente Groningen groeit sneller dan landelijk. Dit komt onder andere door de groei van het aantal afspraakbanen, hogere realisatie van het aantal Nieuw Beschut werkplekken, realisatie van de basisbanen, maar ook door de pilot brede inzet LKS. Hiervoor hebben we een risico opgenomen. Als gevolg van de financieringssystematiek van het rijk leidt deze groei van het uitgavenaandeel pas met 1 jaar vertraging tot een verhoging van het aandeel in het landelijke budget. Wij verwachten daardoor in 2024 een tekort op de LKS van 784 duizend euro. Rond 1 oktober wordt het definitief macrobudget LKS 2024 vastgesteld, mogelijk heeft dat nog een dempend effect op het verwachte tekort.



Afspraakbanen

    -213


We verwachten een nadeel van 156 duizend euro op personeelskosten als gevolg van ziektevervanging (nadeel 108 duizend euro) en enkele overige verschillen (nadeel 48 duizend euro). Daarnaast zijn de lasten voor externe jobcoaching 57 duizend euro hoger dan begroot.



Basisbanen

       60

 -573

Op basisbanen verwachten wij een nadeel van 513 duizend euro. Dit komt met name doordat bijdragen van externe partijen tot nu toe uitblijven (nadeel 361 duizend euro). Ook is het aandeel NPG subsidie 2024 lager dan verwacht doordat een groter deel aan 2023 is toegerekend (nadeel 49 duizend euro). Daarnaast zijn er meer ambtelijke loonkosten dan begroot (nadeel 81 duizend euro). De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 22 duizend euro.

Door toename van het aantal basisbanen stijgen ook de uitgaven LKS. De hogere uitgaven leiden pas met 1 jaar vertraging tot een hoger LKS budget. We verwachten hierdoor een tekort van 661 duizend euro in 2024. Dit nadeel is opgenomen onder 'loonkostensubsidie'.



Overig

      273


Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 273 duizend euro.




03.1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Lasten

Baten

BUIG

    467

 4.012

Bij de publicatie van het voorlopig budget BUIG 2024 in oktober 2023 bleek het budgetaandeel voor 2024 hoger dan verwacht. Het verwachte nadelige saldo op de BUIG voor 2024 verbeterde hierdoor met 4,0 miljoen euro van 6,3 miljoen euro nadeel naar 2,3 miljoen euro nadeel. Hierover is uw raad geïnformeerd via een brief met kenmerk 323867-2023.

Ten opzichte van deze prognose houden we nu rekening met een extra verbetering van 0,5 miljoen euro omdat het gerealiseerde uitgavenaandeel in 2023 lager was dan gedacht.



Schuldhulpverlening

  1.137


Momenteel werken wij aan uitvoering van het Beleidsplan Schuldhulpverlening (SHV) en het plan Brede aanpak armoede en schulden. Hiervoor zijn middelen beschikbaar uit het bestemmingsvoorstel 2023, intensiveringsmiddelen en de SPUK Kansrijke wijk. Daarnaast is in de begroting schuldhulpverlening 2024 een bedrag van 1,137 miljoen euro opgenomen dat in de septembercirculaire van 2023 beschikbaar is gesteld voor Bijzondere Bijstand en vroegsignalering. Dit betreft incidentele middelen met een bestedingstermijn van 2 jaar. We verwachten deze middelen niet nodig te hebben in 2024 maar in te zetten in 2025.



Bijzondere bijstand

 -1.015

   200

Op basis van de taakstelling vanuit het COA (gelijk aan het jaar 2023) verwachten we 600 duizend euro hogere lasten voor kredietverlening statushouders. Hier staan hogere opbrengsten tegenover vanuit de terugbetalingsverplichting bij deze regeling (200 duizend euro). Verder verwachten we een nadeel van 267 duizend euro als gevolg van de uitspraak van de rechter inzake Beschermingsbewind. Dit nadeel betreft de kosten van een aantal bezwaar- en beroepszaken, bestaande uit vergoedingen met terugwerkende kracht en reguliere verstrekkingen met ingang van 2024. Ten slotte verwachten we ook op andere onderdelen van de Bijzondere bijstand een toename van lasten (148 duizend euro).



Studietoeslag

   -461


In lijn met 2023 verwachten wij ook in 2024 een sterke toename van het aantal verstrekkingen van studietoeslag. In de begroting 2024 is hiervoor 0,7 miljoen euro extra beschikbaar gesteld vanuit het resultaat op de middelen energietoeslag studenten 2023. Het budget studietoeslag 2024 bedraagt hierdoor 1,458 miljoen euro. Omdat wij verwachten 1,919 miljoen euro uit te geven voorzien wij een nadeel van 461 duizend euro.



Overig

    284

   192

Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 476 duizend euro.