Voortgangsrapportage 2023-II Raad

Financiën

Financiële toelichting

Beleidsveld

Primitieve begroting 2023

Actuele begroting 2023

Prognose VGR 23-2

Verwachte afwijking VGR 2023

Lasten

03.1.1.Werk en activering

69.965

75.931

76.312

-381

03.1.2.Inkomen en armoedeverlichting

198.547

205.908

205.901

7

Totaal lasten

268.512

281.840

282.214

-374

Baten

03.1.1.Werk en activering

16.240

16.240

16.295

55

03.1.2.Inkomen en armoedeverlichting

152.415

152.415

153.484

1.069

Totaal baten

168.655

168.654

169.779

1.124

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

 0

 0

0

0

Totaal onttrekkingen

4.227

4.227

4.227

0

Totaal deelprogramma 3.1

-95.630

-108.958

-108.208

750


Toelichting van het verschil tussen de actuele begroting 2023 en de prognose 2023 (alleen bij verschillen in baten en lasten > 500 duizend euro).

3.1.1 Werk en activering

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro)

-381

55

-326

Rijksmiddelen participatie (N 1,1 miljoen euro)

In het regeerakkoord is structureel 500 miljoen euro gereserveerd voor investeringen gericht op re-integratie, hervorming van de arbeidsmarkt en het aanpakken van armoede en schulden. Op basis van een toelichting van het rijk hebben we in 2022 een inschatting gemaakt van de middelen die de gemeente Groningen kan verwachten en hebben we voor 2023 de ontvangst van 1,1 miljoen euro aan participatiemiddelen begroot. Inmiddels is duidelijk dat de middelen uit het regeerakkoord deels specifieke bestemmingen hebben en deels niet meer voor het oorspronkelijke doel beschikbaar zijn. Omdat we het begrote bedrag daardoor niet ontvangen, ontstaat in 2023 een tekort van 1,1 miljoen euro.


Sociale Werkvoorziening (N 561 duizend euro)

Per saldo realiseren we op de Sociale Werkvoorziening (SW) een nadeel van 561 duizend euro. Dit nadeel is als volgt opgebouwd:

Loonkosten SW en Nieuw Beschut (V 1,3 miljoen euro)

We realiseren een voordeel van 1,1 miljoen euro op de loonkosten SW. Dit komt hoofdzakelijk doordat de uitstroom hoger is dan verwacht (20 fte), mede door de RVU, en doordat de toename van WSW subsidie per medewerker hoger is dan de gemiddelde loonindexatie (voordeel 353 duizend euro).

Overige afwijkingen geven een voordeel van 200 duizend euro.


Omzet en materiaalkosten SW (N 1,0 miljoen euro)

We realiseren een lagere omzet uit detachering (nadeel 643 duizend euro), met name als gevolg van een hogere uitstroom dan verwacht. Daarnaast verwachten we een nadeel van 270 duizend euro op de omzet van Iederz als gevolg van een terugval in werkaanbod en lagere prijzen voor vervangend werk. Verder zijn de materiaalkosten 105 duizend euro hoger dan begroot. Overige verschillen tellen op tot een voordeel van 18 duizend euro.


Ambtelijke personeelskosten (N 610 duizend euro)

We hebben hogere ambtelijke personeelskosten doordat er veel langdurige ziekte is, hiervoor is tijdelijke vervanging nodig (nadeel 812 duizend euro). Overige afwijkingen (onder andere vacatureruimte) tellen op tot een voordeel van 202 duizend euro.


Overige verschillen (N 251 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 251 duizend euro.


ESF (V 787 duizend euro)

Voor de periode oktober 2022 - december 2023 ontvangt de arbeidsmarktregio 2,7 miljoen euro subsidie vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF). Hiervan is 874 duizend euro beschikbaar voor Groningen. Omdat dit bij het opstellen van de begroting niet bekend was, hebben we dit bedrag niet begroot. We verwachten van deze middelen 787 duizend euro niet in te zetten in 2023.


Breed Offensief (V 243 duizend euro)

In 2021 en 2022 hebben we 576 duizend euro toegekend gekregen voor Breed Offensief om de administratieve werkprocessen rondom loonkostensubsidie, loonwaardebepalingen en werkgeversdienstverlening te stroomlijnen om zo meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. Conform de meerjarenbegroting Breed Offensief 2022-2024 verwachten we in 2023 310 duizend euro in te zetten voor Breed Offensief en 30 duizend euro voor route A+. We zetten 243 duizend euro naar verwachting in 2023 niet in.


Werk- en ontwikkelprogramma (V 216 duizend euro)

We verwachten 110 duizend euro minder in te zetten aan brede LKS doordat er minder plaatsingen zijn dan verwacht. De toeleiding is nog laag doordat de gebiedsgerichte aanpak net is gestart en daarnaast vraagt de complexiteit van de doelgroep meer tijd. Verder verwachten we 90 duizend euro minder in te kunnen zetten voor het ontwikkelbudget gebieden omdat de kennismaking met de wijken en lokale initiatieven meer tijd kost. Overige verschillen ten slotte tellen op tot een voordeel van 16 duizend euro.


Inburgering (V 168 duizend euro)

Voor inburgering is in 2022 en 2023 in totaal 845 duizend euro aan extra middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast hebben we in de meicirculaire 2023 223 duizend euro ontvangen voor maatschappelijke begeleiding. We zetten deze middelen in voor extra formatie bij Thuisin050 en het GKB (financiële ontzorging). Op basis van de huidige formatie van Thuisin050 verwachten we dat we 168 duizend euro van deze extra middelen niet inzetten in 2023.


Overige verschillen (N 79 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 79 duizend euro.





3.1.2 Inkomen en armoedeverlichting

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking (bedragen x 1.000 euro)

7

1.069

1.076

BUIG (V 2,6 miljoen euro)

Ook in 2023 blijft het aantal uitkeringen in Groningen zich gunstiger ontwikkelen dan de landelijke trend. Bij VGR 23.1 verwachtten wij al dat de bijstandsuitgaven in 2023 0,6 miljoen euro daardoor lager uitkomen dan begroot. Op basis van de ontwikkelingen in de maanden daarna stellen we deze prognose nu met 0,9 miljoen euro voordelig bij tot 1,5 miljoen euro lagere uitgaven dan begroot. Daarnaast blijkt het definitief budget 2023, dat onlangs op Prinsjesdag is gepubliceerd, onder meer onder invloed van een landelijk lichte stijging van het aantal uitkeringen, 1,1 miljoen hoger uit te komen dan geraamd. In totaal leiden deze ontwikkelingen tot een verwacht voordeel ten opzichte van de begroting van 2,6 miljoen euro. Dat is 2,0 miljoen meer dan bij VGR 2023-I werd verwacht.


Noodpakket energiekosten en inflatie (V 2,0 miljoen euro)

In november 2022 heeft uw raad via het raadsvoorstel met kenmerk 544202-2022 een toeslag van 600 euro beschikbaar gesteld voor de groep inwoners die een inkomen heeft tussen 120% en 140% van het sociaal minimum. Het restant van het hiervoor beschikbare budget van 2022 (2,3 miljoen euro) is overgeheveld naar 2023. We hebben hiervan in 2023 586 duizend euro uitgekeerd. Het overige budget (1,7 miljoen euro) valt vrij.

Daarnaast is via dit raadsvoorstel als onderdeel van het noodpakket een budget van 1,6 miljoen euro beschikbaar gesteld in 2022 voor financiële problemen en regie. Een deel van dit budget is eveneens overgeheveld naar 2023 en hierop verwachten wij een vrijval van 305 duizend euro, mede door een geringer beroep op het maatwerkbudget dan begroot.


Schuldhulpverlening (V 1,3 miljoen euro)

Het voordelige resultaat dat we verwachten voor schuldhulpverlening heeft drie oorzaken. Ten eerste hebben we in 2021 en 2022 in totaal 1,9 miljoen euro aan extra rijksmiddelen ontvangen voor de verwachte benodigde extra inzet voor vroegsignalering en bijzondere bijstand. Wij werken hiervoor aan "uitvoeringsplannen intensivering Schuldhulpverlening". We zijn in 2023 gestart met implementatie hiervan binnen het GKB maar een deel van de plannen is nog niet gereed. Naar verwachting kunnen wij 313 duizend euro in 2023 inzetten en besteden wij de overige middelen in 2024 en 2025. In 2023 geeft dit een voordeel van 1,6 miljoen euro. Ten tweede verwachten wij in 2023 330 duizend euro meer aan baten te ontvangen, met name door hogere eigen bijdragen voor beschermingsbewind. Tegenover deze twee voordelen verwachten wij een nadeel van 607 duizend euro op personeelskosten. Deze zijn het gevolg van extra inzet door onder meer ziekte, ICT problemen en de deelname aan het project VASD.


Individuele inkomenstoeslag (V 472 duizend euro)

Het voordeel op individuele inkomenstoeslag heeft twee oorzaken. In 2023 is vanuit het coalitieakkoord 1,043 miljoen euro toegevoegd voor de verlaging van de referteperiode naar 2 jaar. Op basis van de huidige verstrekkingen verwachten we hier een nadeel van 34 duizend euro. Daarnaast is vanuit het coalitieakkoord 557 duizend euro beschikbaar gesteld voor het actief benaderen van mensen net boven het minimum die de regeling niet gebruiken. Wij verwachten deze middelen vanaf het najaar in te zetten en voorzien dat wij dit jaar 507 duizend euro nog niet zullen besteden.


Uitvoeringskosten (V 629 duizend euro; N 271 duizend euro in deelprogramma 4.1)

Op de reguliere uitvoeringskosten hebben we een voordeel van 658 duizend euro. Dit komt met name door onderbezetting; er is een vacatureruimte van 351 duizend euro en van het budget voor uitzendkrachten wordt 134 duizend euro niet ingezet. Daarnaast zijn er lagere kosten doordat de bijdrage aan de vorming van een Gemeenschappelijke Backoffice Inkomen (GBI) is vervallen.

Daar tegenover hebben we extra uitvoeringskosten voor het verwerken van aanvragen energietoeslag en de uitvoering van het hulppakket energiekosten en inflatie. Hiervan brengen we 300 duizend euro ten laste van de reguliere uitvoeringskosten, zodat per saldo een voordelig resultaat op reguliere uitvoeringskosten resteert van 358 duizend euro (bestaande uit een voordeel van 629 duizend euro in deelprogramma 3.1 en een nadeel van 271 duizend euro in deelprogramma 4.1).


Intensivering aanpak armoede en schulden (V 150 duizend euro)

In het coalitieakkoord is 700 duizend euro toegekend voor intensivering van de aanpak van armoede en schulden. Zoals aangegeven in de brief ‘ Brede aanpak armoede en schulden ’ werken wij aan een uitvoeringsplan voor structurele inzet van de middelen. Volgens planning is deze eind 2023 gereed. Wij verwachten dat we van de toegekende middelen in 2023 150 duizend euro nog niet kunnen inzetten.


VASD (N 3,4 miljoen euro)

In 2022 en 2023 voeren we het meerjarig project ‘Vervanging applicatie sociaal domein’ (VASD) uit. In 2022 en 2023 maken we hiervoor kosten en realiseren we daardoor nadelen. De verwachting is dat de kosten worden terugverdiend door de besparingen op licentiekosten en door besparingen in het primair proces als gevolg van vergroting van efficiency, maar over een langere periode. De raad wordt hier nog nader over geïnformeerd via een raadsvoorstel.


Energietoeslag (N 1,0 miljoen euro)

In 2023 hebben ongeveer 2000 inwoners voor het eerst recht op energietoeslag. In de collegebrief d.d.22-3-2023 bent u geïnformeerd over het besluit van het college om gebruik te maken van de mogelijkheid om 500 euro energietoeslag al eerder dit jaar uit te keren op basis van de beleidsregels 2022. Er is destijds ook de intentie uitgesproken om te kijken of het mogelijk is om de energietoeslag van inwoners die hier dit jaar voor het eerst recht op hebben met ditzelfde bedrag aan te vullen. Indien dit blijkt te kunnen, verwachten wij 1,0 miljoen euro extra in te moeten zetten. Dit zou in dat geval bekostigd moeten worden vanuit de vrijval van het Noodpakket energiekosten en inflatie (V 2,0 miljoen euro).


Individuele studietoeslag (N 962 duizend euro)

Vanaf het laatste kwartaal van 2022 zien we een forse toename in het aantal verstrekkingen Individuele studietoeslag. Dit zet zich ook in 2023 voort. Daarnaast zijn in 2023 de normbedragen verhoogd. Op basis van de huidige verstrekkingen voorzien wij een tekort van 962 duizend euro.


Bijzondere bijstand (N 506 duizend euro)

We verwachten een nadelige afwijking van 806 duizend euro op bijzondere bijstand. We hebben hogere uitgaven voor onder meer kredietverstrekking aan statushouders, vergoedingen rechtsbijstand, energie, witgoed en de maaltijdvoorziening. Omdat vanuit Toekomst met perspectief 300 duizend euro beschikbaar is voor eventuele tekorten op minimaregelingen, wordt het nadeel verlaagd tot 506 duizend euro.


Wet kinderopvang / Sociaal medische indicatie (N 338 duizend euro)

Vanuit het coalitieakkoord is in 2023 206 duizend euro extra budget toegekend voor de Wet Kinderopvang. Desondanks verwachten wij een tekort van 338 duizend euro. Dit wordt veroorzaakt door hogere uitgaven als gevolg van langere wachtlijsten in de GGZ. Daarnaast hebben mensen met een ernstige psychiatrische aandoening een langer behandeltraject nodig. Tevens zijn ook de prijzen van de kinderopvang gestegen.


Uitvoeringskosten energietoeslag (N 215 duizend euro)

Voor het verwerken van de aanvragen Energietoeslag 2022 en de aanvragen voor de maatregel uit het hulppakketenergiekosten en inflatie voor de groep 120-140% hebben wij 515 duizend euro extra uitvoeringskosten gerealiseerd in 2023. Hiervan brengen we 300 duizend euro ten laste van de reguliere uitvoeringsbudgetten. Per saldo resteert daardoor een nadelig saldo van 215 duizend euro.

Overige verschillen (V 346 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 346 duizend euro.