Ga naar de inhoud van deze pagina.
Voortgangsrapportage 2023-II Raad

Programma 1: Economie en ruimte

Economie en werkgelegenheid

De onzekerheid over de richting van de economische conjunctuur blijft substantieel. De economie doorloopt meerdere aanpassingsprocessen onder invloed van inflatie, mondiale afkoeling, hogere rentes en correctie op de woningmarkt. Per saldo is het Bruto Binnenlands Product (BBP) In de eerste drie maanden van 2023 gekrompen met 0,7 procent (CBS, 16 mei 2023) waar in het laatste kwartaal van 2022 nog een enigszins verrassende groei van 0,4 procent plaatvond. Daartegenover staat dat de werkloosheid nog lager is dat in het vierde kwartaal van 2022 en het aantal vacatures stabiel op een hoog niveau staat, waarbij de spanningsindicator voor Groningen wijst op een krappe arbeidsmarkt. In april nam het aantal mensen met een WW-uitkering in de provincie Groningen weer af na een toename in de afgelopen maanden. Ook ten opzichte van vorig jaar ligt de WW lager. Net als in de rest van Nederland komen er wel signalen dat een aantal kleinere en middelgrote bedrijven in de problemen komt door de terugbetaling van coronasteun en opgebouwde belastingschulden. De sectoren kappers, horecazaken en winkeliers zijn naar verwachting het meest kwetsbaar. Deze sectoren hebben bovenmatig te lijden gehad van de beperkende maatregelen t.g.v. de Covid-19 en hebben (relatief) veel gebruik gemaakt van steunmaatregelen, uitstel van belastingbetalingen, externe financiering (banken, bekenden, etc).

In het eerste kwartaal van 2023 nam het aantal stoppers en faillissementen in de gemeente Groningen toe. Dit is een landelijk beeld. (Regiodata KVK, mei 2023). Afgelopen kwartaal zijn er ongeveer 25 faillissementen gemeld. We bewegen ons daarmee rond het Nederlands gemiddelde.


Mobiliteit

Sinds de coronacrisis zien we dat het aantal verplaatsingen weer is toegenomen tot het niveau van voor de coronacrisis, ondanks dat we vaker thuiswerken. Het aantal dagen dat er sprake is van een drukke spits is afgenomen. Vooral het individueel vervoer is tijdens en na de coronacrisis gegroeid ten koste van het openbaar vervoer. De reizigersaantallen in het openbaar busvervoer liggen momenteel op zo'n 80-85% ten opzichte van 2019, terwijl reizigers gemiddeld juist langer reizen. Met name voor de korte reisafstand hebben mensen een reisalternatief gevonden. Het OV-bureau Groningen Drenthe speelt in op dit 'nieuwe normaal’ door het aanbod beter af te stemmen op de vraag. Dit betekent dat het openbaar busvervoer op sommige plekken minder frequent of niet langer gaat rijden.

Ondanks een ander reispatroon blijft de druk op het verkeer- en vervoerssysteem in en rond Groningen onverminderd hoog, onder meer als gevolg van het groeiend aantal inwoners en arbeidsplaatsen. Om de negatieve gevolgen van mobiliteit zoveel mogelijk te beperken, nemen we op steeds meer plekken afscheid van het uitgangspunt dat de auto centraal staat in de manier waarop we onze openbare ruimte inrichten. Daarbij hebben we expliciet gekozen voor mobiliteit die weinig ruimte inneemt, schoon en gezond is. Zodoende ontstaat meer ruimte voor andere functies en maken we de straat weer aantrekkelijk en leefbaar. Onze Mobiliteitsvisie wordt uitgewerkt in vijf uitvoeringsprogramma's waarvan er inmiddels drie gereed zijn; de overige twee volgen in de loop van dit jaar/begin volgend jaar. Met deze uitvoeringsprogramma's in de hand gaan we concreet aan de slag met het verbeteren van de bereikbaarheid van en de leefbaarheid in onze gemeente.

Vanuit onze ambitie om in 2035 CO2-neutraal te zijn en in het kader van het Klimaatakkoord werken wij voortvarend samen met het Rijk aan maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken. Zo maken we onze gemeente klaar voor de toekomst: klimaatneutraal, fossiel vrij en circulair. Mobiliteit is één van de vijf pijlers om CO2 te reduceren. De aanleg van elektrische laadinfrastructuur, de realisatie van zero-emissiezones en meer deelmobiliteit neemt de komende jaren een steeds grotere vlucht.

In de komende jaren wordt in zes regio's in Nederland het woningtekort versneld aangepakt. De Regio Groningen-Assen is daar één van. Tot 2040 moeten in onze gemeente en in de omliggende regio minimaal 35.000 woningen worden gebouwd. De bereikbaarheidsopgave, die hier ook uit voortvloeit, is gekoppeld aan de verduurzamingsdoelstellingen voor mobiliteit. Dit betekent dat naast de direct aan woon- en werklocaties gerelateerde mobiliteitsopgaven (zoals fietsinfrastructuur) ook sprake is van een systeemopgave voor mobiliteit waarin hubs, openbaar vervoer, stations en de aanpak van de Westelijke Ringweg passen. Met de Verstedelijkingsstrategie van de Regio Groningen-Assen werken we toe naar een overeenkomst met het Rijk over de gezamenlijke opgave die regio en Rijk in de regio Groningen-Assen hebben.


Wonen

Volgens de prognoses stijgt het aantal inwoners van gemeente Groningen de komende jaren aanzienlijk. De vraag naar woningen, en daarmee de urgentie om woningen te bouwen, blijft groot. Deze bouwopgave én het toevoegen van kwaliteit staan ook omschreven in onze Woonvisie 2020-2025. De gestegen rentes, bouwkosten en schaarse aan bouwmaterialen, personeel en locaties zorgen hierbij wel voor een stevige uitdaging. Ondanks de huidige afkoeling van de woningmarkt blijft het onze prioriteit om voldoende woningen toe te voegen. Samen met corporaties en ontwikkelaars zetten we ons hier ten volle voor in.

We gaan voor woningen in verschillende segmenten (grondgebonden, appartement) en categorieën (koop, huur, sociale huur), zodat we alle doelgroepen kunnen bedienen. Hierbij is ook aandacht voor middenhuur. Het grootste deel van de nieuwbouwwoningen moet landen in onze grote ontwikkelzones Suikerzijde, Stadshavens, Reitdiepzone en Meerstad, maar er worden ook woningen toegevoegd op andere ontwikkellocaties en in de dorpen.

We hebben eveneens veel aandacht voor voldoende sociale huurwoningen, voor betaalbaarheid en voor een goede prijs/kwaliteit verhouding. Er zijn afspraken met de corporaties over huurbeleid en over het woonruimteverdeelsysteem om te zorgen voor een eerlijke en evenwichtige verdeling van de aanwezige sociale huurwoningen.

Daarnaast focussen we ons op de groeiende groep ouderen en kwetsbare bewoners en hun woonbehoefte in combinatie met passende zorg. In de uitvoeringsagenda bij de woonzorgvisie gaan we hier – samen met de corporaties en zorgpartijen – nader op in. Ook hebben we aandacht voor groepen die anders willen wonen, bijvoorbeeld coöperatief. Daarnaast blijven jongeren en (internationale) studenten een belangrijke doelgroep in de stad.

Naast zorgen voor voldoende woningen in diverse segmenten hebben we ook aandacht voor de energetische kwaliteit van woningen en voor een goede leefomgeving. Alle nieuwbouwwoningen zijn aardgasvrij en ook steeds meer bestaande woningen worden aardgasvrij gemaakt, met name via de uitrol van het warmtenet. We maken prestatieafspraken met de woningcorporaties over onder meer de verduurzaming van de huurwoningvoorraad en een klimaatadaptieve woonomgeving.